Asbest is de verzamelnaam voor een aantal in de natuur voorkomende silicaatmineralen met een vezelstructuur. De naam asbest komt van het Griekse woord ‘asbestos’ dat onverwoestbaar of overgankelijk betekent. Als gekeken wordt naar de samenstelling, structuur en de vorm, dan onderscheiden we twee groepen asbest namelijk, serpentijn en amfibool.

Wat is asbest?

Serpentijn

De belangrijkste soort asbest van de groep serpentijn is chrysotiel, ook wel witte asbest genoemd. Dit type asbest komt veruit het meest voor. Ca. 85% van alle asbesthoudende toepassingen bevatten wit asbest. Waaraan is deze groep te herkennen? De serpentijnvezel is een gekrulde vezel, vergelijkbaar met een touw. Bij splijting zal deze vezel eerder in de dwarsrichting splijten dan in de lengterichting. Dit resulteert in kortere vezels met dezelfde diameter als voor de splijting.

Amfibool

De groep amfibool bestaat onder andere uit: amosiet bruine asbest, crocidoliet blauwe asbest, tremoliet grijze asbest, actinoliet groene asbest en anthofylliet gele asbest. Amosiet ongeveer 10% en crocidoliet ongeveer 5% worden het meest aangetroffen in asbesttoepassingen. De amfibole vezel is een naaldvormige vezel. Ze komen voor in bundels. Dit zijn de in de lengterichting gerangschikte vezels, te vergelijken met een staaldraad (naaldvormig). Deze vezel is gemakkelijk splijtbaar in de lengterichting. Het resultaat na de splijting zijn dunnere vezels met dezelfde lengte als voor de splijting. Crocidoliet kenmerkt zich door de weerhaakjes.

Serpentijn en amfibool Clevers Asbestsanering

Asbest komt in verschillende varianten voor, waardoor het onder andere van belang is om hechtgebonden en niet-hechtgebonden asbest van elkaar te onderscheiden. Het is mogelijk om de materialen in te delen, op basis van de eisen die aan het asbesthoudend materiaal werden gesteld. Asbest is in te richten in twee structuren: hechtgebonden en niet-hechtgebonden asbest.

Verschillende varianten

Spuitasbest Clevers Asbestsanering

Hechtgebonden

Bij hechtgebonden asbest zijn de vezels sterk verankerd in het bindmiddel. Producten waarin de vezels sterk zijn verankerd, bijvoorbeeld asbestcement geven weinig vezels af. Tenminste, als het materiaal onbeschadigd is.

Niet-hechtgebonden

Bij niet-hechtgebonden asbest zoals bijvoorbeeld spuitasbest of asbestdoek zijn de vezels nauwelijks verankerd in het bindmiddel. Dit betekent dat er snel asbestvezels vrij kunnen komen. Deze asbestproducten hebben vaak ook nog een zeer hoog asbestgehalte, variërend van 75 tot 100%. Dit maakt niet-hechtgebonden asbest ook zo gevaarlijk.

Bijlagen

Download Adobe Reader voor PC
Download Adobe Reader voor Android