Persoonlijke valbeveiliging: Alleen wanneer collectieve valbeveiliging niet meer tot de mogelijkheden behoort, moet worden overgegaan tot persoonlijke valbeveiliging. Harnasgordel: In het totale pakket van de persoonlijke valbeveiliging speelt de vanggordel een belangrijke rol. Niet alleen als complete en op zichzelf staande beveiliging, maar ook als onderdeel van bepaalde combinaties (bijvoorbeeld met lijnklem en veiligheidslijn). Aan de uitvoering van de vanggordel worden hoge eisen gesteld, die zowel betrekking hebben op de vervaardiging als op de toegepaste materialen. Een gordel wordt dan ook aan vele normbepalingen getoetst en bij toelating moet elk exemplaar duidelijk zijn voorzien van een CE-markering.
Persoonlijke BeschermingsMiddelen (PBM)
Maand en jaar van fabricage moeten eveneens op de gordel zijn aangegeven. De vanggordel, bij voorkeur een harnasgordel, wordt door middel van een vanglijn van meestal 1,50 m lang met musketon– of andere haak aan een vast punt bevestigd. Dit ‘vaste’ punt mag ook een valstopapparaat zijn. In dit laatste geval wordt de gordel, zonder vanglijn, direct aan het apparaat bevestigd. Om de toch nog aanzienlijke valenergie, die bij het vallen ontstaat, op te vangen zijn gordels met valdempers verplicht. Deze valdempers kunnen in de lijn zelf, of in de musketonhaak zijn opgenomen. Het verdient trouwens aanbeveling om de gordel zo hoog mogelijk te bevestigen. In ieder geval
niet lager dan de draaghoogte zelf. Naast de musketonhaak ter bevestiging van de vanglijn bestaan er ook nog haken met een ruimere opening. Zo’n haak kan daardoor bijvoorbeeld ook om een steigerbuis worden vastgemaakt. Let op: naast de vanggordel bestaat er ook nog een zogenaamde klimgordel, deze is wat betreft materiaal en constructie gelijk aan de vanggordel. De lijfband heeft echter twee vaste D-ringenin plaats van één bij de normale gordel.
De klimgordel wordt vooral gebruikt bij het werken in palen, masten en bomen. De vanglijn wordt om de paal of mast enz. heengeslagen en aan de tweede D-ring vastgemaakt. De maximale valafstand hierbij is 0,60 m.
Lijnklemmen: Voor een goede en ruimere bewegingsvrijheid in het vertikale vlak kan een lijnklem uitkomst bieden. De lijnklem, op een veiligheidslijn geschoven, wordt rechtstreeks, dus zonder de 1,50 m lange vanglijn, aan de vanggordel of het harnas vastgemaakt. De veiligheidslijn, van nylon of staal, wordt op zijn beurt weer bevestigd aan een boven de werksituatie gelegen, voldoende stevig punt. Bij een vallende beweging van de gebruiker zal de lijnklem onmiddellijk muurvast op de veiligheidslijn klemmen en daardoor een val voorkomen. Uiteraard biedt het systeem ook enige ruimte in het horizontale vlak. Zodra echter de verbinding niet meer loodrecht is, ontstaat bij een val het risico van ‘pendelen’. Het is daarom zeer gewenst horizontale verplaatsing (weglopen uit de loodlijn) zoveel mogelijk te beperken. Er zijn diverse soorten lijnklemmen.
Voor de bouw verdient een lijnklem, waarvan de werking door stof en vuil niet zo snel wordt beïnvloed, de voorkeur.
Valstop apparatuur: Deze apparaten zijn goed te gebruiken als een ruimere bewegingsvrijheid in het vertikale vlak nodig is. De uit het blok uitlopende kabel blijft steeds gespannen.
Bij een (onverhoopte) val wordt het uitlopen van
de kabel via een korte remweg geblokkeerd. De kabel wordt direct aan een (speciale) gordel vastgemaakt. Deze gordel moet voorzien zijn van een rugstuk met D-ring (voor het vastmaken van de kabel) en schouder- en beenbanden.
Valstopapparatuur kan worden toegepast als een veilige daling niet mogelijk is. Bijvoorbeeld bij het werken boven een weg, spoorrails of water. De apparaten zijn leverbaar met verschillende kabellengten.
Vlucht- en reddingsapparatuur: De handel biedt een ruime keuze in vluchten reddingsapparatuur. Aangepaste apparatuur dient onder andere niet te ontbreken bij het werken in putten, riolen en bij hoge bouwwerken. Een handig vlucht- of afdaalapparaat is een type dat veel lijkt op het
hiervoor omschreven valstop-apparaat. Het verschil is dat bij een val de man niet blijft hangen, maar met een geringe snelheid afdaalt. Zorg dat de lijn lang genoeg is! Gebruik het apparaat nooit boven een weg, spoorrails of water.
Permanente valbeveiliging: In het algemeen is persoonlijke bescherming pas toegestaan als een ander systeem van beveiligen aantoonbaar niet mogelijk is. Bij het klimmen en dalen in hoge constructies, schoorsteen, of een torenkraan kan een permanente beveiliging uitkomst bieden. Het systeem bestaat uit een aan de constructie bevestigde klimrail en een meeloper, met geringe afmetingen en licht van gewicht. De gebruiker bevestigt de D-ring van zijn gordel aan de meeloper, die gemakkelijk langs de rail beweegt. Bij een val treedt een blokkeermechanisme in de meeloper in werking. De rail kan desgewenst in het midden van de laddersporten gemonteerd worden of geheel aan de zijkant. In dit laatste geval dient de gebruiker een korte hulplijn tussen gordel en meeloper te monteren. Een andere uitvoering is die, waarbij de rail zelf is voorzien van sporten. Het geheel wordt vervolgens compleet gemonteerd aan de te beklimmen constructie.
Permanente valbeveiliging
Valbeveiligingslijnen: Indien in het horizontale vlak meer bewegingsvrijheid nodig is dan alleen de gordel biedt, zullen er veiligheidslijnen gespannen moeten worden. Bij verticale bewegingsvrijheid is meestal één vast punt voldoende. Bij horizontale bewegingsvrijheid zullen er meerdere vaste punten aanwezig moeten zijn, om de veiligheidslijn voldoende strak te kunnen zetten. Meer dan waar ook een zaak om, bij beton of staalconstructies, al in de werkvoorbereiding aandacht aan te besteden. Het instorten van een simpele schroefhuls kan iemand het leven redden. Het verplaatsen langs een horizontale lijn, heeft het nadeel, dat de gordel bij de steunpunten af- en dan weer aangehaakt moet worden. Er is een systeem in de handel, dat dit nadeel niet meer kent. De gebruiker kan zich langs hoeken en obstakels bewegen zonder zijn vanggordel los te koppelen. De leverancier van persoonlijke beschermingsmiddelen kan u hier meer over vertellen.
Koop- en onderhoudsopslag. Koop: Voor alle valbeveiligingsartikelen geldt dat het gebruik van producten zonder CE-markering niet meer is toegestaan. Het is dus van belang om bij aankoop op dergelijke markeringen te letten. In het Handboek Arbeidsmiddelen voor de bouwnijverheid zijn voor een beperkt aantal artikelen hiervan gegevens opgenomen.
Onderhoud: Periodieke, visuele controle, in ieder geval voor gebruik, is noodzakelijk. Laat reparaties, ook aan de gordel, altijd door de leverancier uitvoeren. Voor de apparatuur geldt een geregeld onderhoud volgens onderhoudsvoorschriften van de leverancier. Bij regelmatig gebruik moeten de apparaten minstens eenmaal per jaar door een deskundige worden gecontroleerd. Opslag: Sla alle spullen in schone toestand, droog en stofvrij op.
Let op: Na een val moet de veiligheidsgordel of het harnas vernietigd worden. Apparaten moeten gecontroleerd worden door de leverancier.